Omgang met wetenschap
De wetenschap moet een belangrijke en vaste rol spelen in milieubeleid. Want het draagt bij aan goed onderbouwde en effectieve maatregelen. Voorwaarde: het onderzoek moet onafhankelijk zijn. Klinkt logisch toch?
Matig gebruik van wetenschap
In werkelijkheid wordt wetenschap maar matig gebruikt:
- Soms wordt er helemaal geen onderzoek gedaan tijdens de voorbereiding van besluitvorming. Daardoor is er onvoldoende kennis beschikbaar om een goed beleid op te stellen.
- Het onderzoek stuurt aan op een politiek wenselijke conclusie. Dat maakt het minder betrouwbaar.
- Wetenschappelijke aanbevelingen worden genegeerd. Of zelfs verstopt.
- Externe partijen bieden een “onderzoeksrapport” aan, dat de wetenschappelijke toets niet doorstaat. En dat werkt averechts bij de beleidsmakers. Het zorgt voor afzwakking, uitstel of zelfs afstel van een nieuwe wet of regel.
Een lelijk voorbeeld: glyfosaat nog 10 jaar over onze akkers
Glyfosaat, ook wel Roundup, is een bestrijdingsmiddel dat slecht voor de gezondheid is. Dat blijkt uit allerlei onderzoeken. Maar in november 2023 geeft de Europese Commissie toestemming voor een tienjarige verlenging van glyfosaatgebruik. Hoe dat kan? Omdat de aanvrager van de verlenging zelf een dossier moet aanleveren dat bewijst dat de stof geen risico vormt voor de leefomgeving of de gezondheid van de mens. En die aanvrager heeft er alle belang bij om te sjoemelen met die bewijslast.
Neem beleidsmakers mee
Het is belangrijk dat beleidsmakers de rol van onafhankelijke wetenschap op waarde weten te schatten. En dit goed inzetten bij het maken, uitvoeren en monitoren van beleid. Daarbij moeten zij weerbaar zijn tegen pseudowetenschappelijke rapporten van externe partijen. Wij willen een protocol opstellen hoe je wetenschap op een juiste manier gebruikt. Wil je meedenken over dit protocol? Neem dan contact met ons op!