
Een kleine stap in de goede richting, maar nog veel werk aan de winkel. De motie van Geert Gabriëls (GroenLinks-Partij van de Arbeid) over de onafhankelijkheid van omgevingsdiensten binnen het Vergunningverlening, Toezicht en Handhavingsstelsel (VTH)-stelsel is aangenomen. De motie volgde op het rondetafelgesprek van eind vorige maand, waar ook Platform Weeffouten mocht spreken. Helaas werd een andere, voor ons interessante motie verworpen. Deze motie kwam van kamerlid Ines Kostic (Partij voor de Dieren) en ging over een eerlijke inspraak voor burgers binnen het VTH-stelsel. Waarom zijn deze moties voor ons als Platform Weeffouten belangrijk? We lopen beide moties even langs waarbij we bij Kostic beginnen.
Motie Kostic: gelijke balans inspraak burgers en de commerciële sector binnen het VTH-stelsel
De motie van Kamerlid Ines Kostic gaat over het gelijkwaardig betrekken van burgers binnen het VTH-stelsel. Beleid en regelgeving van uit het VTH-stelsel raken aan de levens van burgers, maar zij worden in de praktijk het minst betrokken. Burgers moeten meedoen aan participatietrajecten of worden gewoonweg afgewimpeld, terwijl grote bedrijven vaak directe toegang tot bewindspersonen hebben, en bijvoorbeeld in bezit zijn van hun telefoonnummers. Dat benoemde Antoinette Verbrugge van Gezondheid op 1 tijdens het rondetafelgesprek. Daarnaast kaartte Sijas Akkerman namens Platform Weeffouten de ondervertegenwoordiging aan van bewoner- en milieuorganisaties ten opzichte van spelers uit de commerciële sector in onder andere klankbordgroepen en adviesorganen. “Vaak is de verhouding acht staat tot een of twee. En het is dan ook niet zo, als je dan de enige milieuorganisatie aan tafel bent, dat je dan acht keer zo veel spreektijd krijgt”, aldus Akkerman tijdens de ronde tafel. Met de motie werpt Kostic licht op twee hierboven onderbouwde weeffouten; inspraak in beleid uit evenwicht en ondoorzichtige lobby. De partijen GroenLinks-PvdA, D66, SP, ChristenUnie, DENK, PvdD stemden voor de motie, maar dat was onvoldoende voor een meerderheid in de Kamer.
Motie Gabriëls: waarborg onafhankelijkheid van alle omgevingsdiensten
De motie van kamerlid Gabriëls sluit aan op de door ons geconstateerde weeffout ‘Het gedogen van overtredingen van de wet’. In het rapport van Van Aartsen genaamd “Om de leefomgeving” (2021) werd aangekaart dat er onvoldoende sprake is van onafhankelijke omgevingsdiensten die toezien op de naleving van milieuregels en wetten. Dit werd ook benadrukt door Mattheus Wassenaar, Inspecteur Generaal Leefomgeving en Transport (ILT), in het rondetafelgesprek. Wassenaar zei daar namelijk dat er sinds het rapport in 2021 op het vlak van onafhankelijkheid tot nu toe nog te weinig is veranderd. Hij geeft aan dat een effectief VTH-stelsel enorm gebaat is bij deze onafhankelijke omgevingsdiensten. Dat vermindert bestuurlijke (en daarmee soms ook gewoon ronduit persoonlijke) inmengingen van gemeenten en provincies. Wassenaar onderstreept dat dit voorkomt dat er van bovenaf wordt bepaald om toch een andere beslissing te nemen dan volgens milieuwet en regelgeving vereist is. Kortom: onafhankelijkheid van omgevingsdiensten voorkomt dat gemeenten en provincies op ondeugdelijke gronden kunnen ingrijpen en milieuovertredingen kunnen gedogen.
Ook gaf Wassenaar aan dat een betere onafhankelijkheid van de omgevingsdiensten bij zal dragen aan beter toezicht en handhaving op milieucriminaliteit. Dat er nu nog geen sprake is van deze onafhankelijkheid, maakt dat er dus nog te veel bestuurlijke bemoeienis is met alle gevolgen van dien en dat deze motie binnen de weeffout, ondermijning van wetgeving door gedoogbeleid, valt. In zijn motie verzoekt Gabriëls de regering om erop toe te zien dat bij álle omgevingsdiensten de onafhankelijkheid gewaarborgd is en, als dat niet het geval is, in te grijpen. De meerderheid van de Kamer stemde hiermee in.
Conclusie
Het VTH-beleid, en de tekortkomingen daarvan, is in beeld bij de Kamer. Dat bewijzen het plaatsvinden van de Ronde Tafel en deze stemmingen. Maar de stemmingen laten ook zien dat er nog veel werk aan de winkel is. Het is jammer, en ook illustratief, dat de motie Kostic is verworpen. Een eerlijk milieubeleid met goede wetgeving waarin gezondheid van natuur en mens voorop staat is echt nog wel een ver van ons afstaand doel. Het betrekken van burgers moet echt nog essentiëler gebeuren om op een eerlijke en transparante manier beleid te maken. En daar zien we zeker voor onszelf een rol in.