Inspraak op beleid uit evenwicht
Een democratie werkt vanuit het belang van de burger. Toch? Maar in Nederland gaat dat niet altijd zo. Ook al doet de overheid haar best dit wel zo te doen overkomen. Hoe vaak hoor je de overheid niet zeggen: We zijn in samenwerking met verschillende partijen tot dit akkoord gekomen. En dus is iedereen gehoord en is hun visie meegenomen. Maar in werkelijkheid heeft het bedrijfsleven de meeste macht. Dat is een grote weeffout in het opstellen van milieubeleid.
Van lobbyist…
De macht van het commerciële bedrijfsleven is gegroeid. Vroeger was het Rijk, samen met de Europese Unie, verantwoordelijk voor doelstellingen en ontwikkeling van milieubeleid. Er was wel sprake van lobby, maar een commercieel bedrijf werd slechts indirect betrokken bij het beleidsproces – de overheid was het belangrijkste beslisorgaan.
… naar tafelgenoot
Dit is veranderd. Nu worden commerciële bedrijven aan tafel uitgenodigd om samen met beleidsmakers nieuwe wet- en regelgeving te bespreken. Non-profitorganisaties hebben veel minder inspraak, terwijl die het belang van gezondheid en milieu vooropstellen. Want de non-profitorganisaties worden pas later in het proces betrokken en kunnen minder vaak input leveren. Vaak is het nieuwe beleid al bijna volledig vastgesteld voordat hun mening wordt gevraagd.
Een lelijk voorbeeld: de invoering van statiegeld
Zwerfafval is in Nederland een groot probleem. En het commerciële bedrijfsleven heeft het maar liefst 6 jaar weten uit te stellen voordat eindelijk een wet op statiegeld werd aangenomen. Dat deden ze door aan de beleidstafel zogenaamd mee te willen denken en ondertussen tijd te rekken. Inmiddels is de wet ingevoerd, maar de inname op flesjes en blikjes valt flink tegen. Waarom? Omdat de supermarkten hebben geregeld dat zij geen verplichtingen hiervoor hebben. Zij voeren het hoogste woord aan de beleidstafel, milieuorganisaties zijn in de minderheid.
Dit moet anders
Het is belangrijk dat de overheid de omgang met het bedrijfsleven correct, inclusief en democratisch opzet. Want deze actieve betrokkenheid leidt tot een grote verandering in de rol en invloed van externe partijen. De overheid geeft een te sterke machtspositie aan het bedrijfsleven. Dit is ondemocratisch en staat goed milieubeleid in de weg.