De anti-statiegeldlobby: waarom jij zo lang moet wachten bij de statiegeldmachine

De invoering van statiegeld op kleine flesjes en blik stuitte de afgelopen jaren op tegenstand van de machtige anti-statiegeldlobby. Dat blijkt uit een reconstructie van het Financieel Dagblad (FD). Betrokkenen duiden de houding van supermarkten en drankfabrikanten als ‘meestribbelen’. Ook toont het dossier een ongelijk lobby-speelveld. Na 22 jaar blijkt de lobby tevergeefs; er wordt toch een ruimer statiegeldsysteem ingevoerd. De uitvoering is echter een puinhoop. De eindgebruiker zit met de negatieve effecten opgescheept.

Het is een inmiddels een veelgehoorde klacht: de kapotte statiegeldmachine in de supermarkten. Mensen die lege flessen en blikjes komen brengen kunnen ze niet kwijt of moeten lang wachten. Op straat slingeren de blikjes rond en Nederland haalt haar recycledoelstelling van 90% bij lange na niet. Het statiegeldsysteem werkt dus nog altijd niet naar behoren. Dat is het treurige resultaat van een langdurige lobby door fabrikanten en supermarkten. Door het probleem te bagatelliseren, heilloze alternatieven aan te dragen en door actieve vertraging krijgen zij lange tijd hun zin, zo blijkt uit een reconstructie van het Financieel Dagblad (FD).

De lobbystrategie: ‘meestribbelen’

Dit dossier gaat terug tot 2001, toen minister Jan Pronk (PvdA) van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu een eerste aanzet deed om ook statiegeld op kleine flesjes en blikjes te heffen. Voor deze verruiming van het statiegeldsysteem kreeg hij steun van de Tweede Kamer. De Kamerleden zagen de noodzaak, maar er moest wel eerst overleg plaatsvinden met het bedrijfsleven.

Zij besluiten zich hevig te verzetten. De weerstand werd vooral ingegeven door het kostenplaatje. Supermarkten moeten investeringen doen en winkelruimte opofferen om aan de voorgestelde verplichtingen te voldoen. Deze kostenoverweging resulteerde in een anti-statiegeldlobby met jarenlange vertragingstactieken. 

De supermarkten en drankproducenten namen een houding aan die door betrokkenen gekarakteriseerd wordt als ‘meestribbelen’. De strategie omvatten in deze casus veel overleg, een beetje meewerken, geregeld alternatieven presenteren, en op de achtergrond zwaar lobbyen om het systeem tegen te houden, zo schrijft het FD. Het is een bekende lobbystrategie om af te leiden, alternatieven te presenteren en tegelijkertijd actief dwars te liggen.

Het was volgens voormalig CU-Kamerlid Carla Dik-Faber een oneerlijke strijd. ‘Wij probeerden met een fractie van vijf man statiegeld te behouden, terwijl de intense lobby van supermarkten en de drankenindustrie bij het machtige ministerie voet aan de grond kreeg,’ vertelt zij in het FD. 

Lousewies van der Laan, directeur van TI-NL maakt zich zorgen over het “meestribbelen”: ‘Dit dossier is een goed voorbeeld van het ongelijke lobby-speelveld in Nederland. Het is noodzakelijk dat politici en ambtenaren zich bewust zijn van dergelijke vertraging- en afleidingsstrategieën en hun weerbaarheid hiertegen verhogen. Dit kan bijvoorbeeld door meer transparantie te organiseren via een lobbyregister.

Circulaire hubs als panacee

Een voorbeeld van een heilloze meestribbel-oplossing was het idee van circulaire hubs. Dit idee kwam uit de koker van het Afvalfonds (tegenwoordig Verpact), belangenbehartiger van drankproducten en supermarkten. Deze hubs zouden op openbare wegen en pleinen komen te staan en de blikjes en kleine flesjes ophalen, zodat dit niet meer hoefde in de supermarkten.

Het idee stuitte direct op veel kritiek vanuit maatschappelijke organisaties. De ‘statiegelddixi’s’ zouden een te groot beslag leggen op de publieke ruimte en het was onduidelijk wie ze ging onderhouden. Ook de drankproducten zelf waren geen voorstander, maar werden binnen het Afvalfonds zodanig door de supermarkten onder druk gezet dat ze uiteindelijk overstag gingen. Uiteindelijk werd pas van dit plan afgezien na ingrijpen van de gemeenten, die niet bereid waren om de benodigde vergunningen te verlenen.

Het plan van circulaire hubs laat zien hoe een onrealistisch idee de gemoederen veel te lang kan bezighouden. Dit is een van de strategieën binnen het meestribbelen. Pas na een definitief nee vanuit de gemeenten lieten de supermarkten weten dat zij vanaf 2023 blik zouden gaan inzamelen – met lange tanden, 22 jaar nadat de verruiming van het statiegeldsysteem was voorgesteld.

Het is echter maar de vraag of de inzamelnorm op tijd gehaald gaat worden. De Inspectie Leefomgeving en Transport schreef een boete uit, die succesvol werd aangevochten door de anti-statiegeldlobby. Een hoge ambtenaar duidt het in het FD als volgt: ‘Eerst heeft het bedrijfsleven anderhalf jaar onderling ruzie gemaakt en geen voortgang geboekt. Vervolgens zeiden ze: we krijgen het niet op tijd voor elkaar.’ Verpact verwacht pas in 2026 aan de 90%-norm te kunnen voldoen. 

Rob Buurman, directeur van de Fair Resource Foundation, volgt het dossier al jaren: ‘Er zit een gigantische weeffout in onze democratie met forse maatschappelijke gevolgen. Deze lobby heeft gezorgd voor onnodige vertraging en extra milieuvervuiling. Burgers moeten ervan uit kunnen gaan dat de overheid milieumaatregelen neemt op zo’n manier dat die ook goed zijn voor burgers. Nu zijn het vooral de lasten die bij de natuur, de maatschappij en de burgers terechtkomen.’