Janine Röling
In ons nieuwste UPV-position paper, geschreven samen met Minderoo en met steun van een brede coalitie, identificeren we waar het precies fout gaat en hoe ambitieus beleid deze fouten kan rechttrekken.
Uitgebreide Producenten Verantwoordelijk (UPV) wordt in verschillende sectoren opgezet om voor afvalreductie te zorgen. Het idee is goed: we laten de vervuilers betalen voor de milieu-impact van hun producten en dat zal ze motiveren om hun verdienmodel aan te passen en milieuvriendelijker te werk te gaan. Maar in de praktijk zijn de resultaten teleurstellend. “De bedrijven nemen te weinig initiatief om afval te voorkomen en duurzamer producten te maken. Ze betalen gewoon de afvalbijdrage,” zegt Janine Röling van RNB.
Er bestaat inmiddels ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’ voor een heleboel producten. Denk aan autobanden, verpakkingen, elektronische apparaten, en sinds kort in Nederland ook textiel. Het wordt gezien als een effectieve manier om producenten verantwoordelijk te maken voor de producten (en het bijbehorende afval) dat ze produceren. Dankzij een partnerschap tussen bedrijven, gemeenten en afvalbeheerders, maakt UPV – via een producentenorganisatie – de financiering voor afvalbeheer mogelijk, wat vaak ook de efficiëntie verbetert. Daarnaast kunnen bedrijven mogelijk aangemoedigd worden om hun producten te verduurzamen, dankzij instrumenten zoals eco-modulatie.
Klinkt goed, toch? Helaas, niet echt. Vanwege de manier waarop de UPV-wetgeving is opgezet en de vaak gebrekkige uitvoering ervan, is het potentieel van UPV zwaar onderbenut en worden producenten onvoldoende verantwoordelijk gehouden voor de milieuschade die ze veroorzaken. We schreven al eerder hoe het mis gaat bij de governance van UPV en hoe de UPV voor textiel niet dezelfde fouten mag begaan.
In ons nieuwste UPV-position paper, geschreven samen met Minderoo en met steun van een brede coalitie, identificeren we waar het precies fout gaat en hoe ambitieus beleid deze fouten kan rechttrekken.
UPV in de praktijk
Waar UPV redelijk succesvol is geweest in het beheer van de eindfasen van producten (betere aparte inzameling en recycling), is het niet effectief geweest in het aanzienlijk veranderen van de volledige levenscyclus van producten, dat wil zeggen het creëren van meer duurzame producten en het voorkomen van afval.
In een context waarin tien lidstaten het risico lopen de recyclingdoelstellingen voor zowel huishoudelijk afval als verpakkingsafval niet te halen en verpakkingsafval enkel toeneemt, is het belangrijk dat we bestaand beleid herevalueren. Beleidsmakers moeten inzien dat de wereldwijde afvalcrisis verder gaat dan alleen de focus op afvalbeheer. Er moet ingezet worden op de juiste beleidskaders die minder productie (preventie) en hergebruik mogelijk maken en stimuleren. In dit perspectief zou de Europese Unie de milieueffectiviteit van UPV moeten maximaliseren door de huidige gebreken aan te pakken en een ambitieuzer beleidskader voor UPV op te zetten.
Tijd voor actie – concrete aanbevelingen
In het licht van de lopende herzieningen van de Packaging and Packaging Waste Regulation en Waste Framework Directive, is het hoog tijd voor actie.
Om van UPV een effectiever instrument voor de circulaire economie te maken, stellen we een aantal concrete wettelijke maatregelen voor:
- Versterk de governance om de transparantie te verbeteren. Om de concentratie van marktmacht bij producentenorganisaties (PRO’s) aan te pakken, moeten alle belanghebbenden (dus ook consumenten, milieuorganisaties en afvalbeheerbedrijven) deel uitmaken van de bestuursstructuur. Daarmee scheiden we strategische verantwoordelijkheid van operationele verantwoordelijkheid.
- Herdefinieer de missie van producentenorganisaties om verder te gaan dan afvalbeheer. Wij roepen de EU-wetgevers op om ervoor te zorgen dat PRO’s de volledige kosten dekken en daarmee het principe ‘de vervuiler betaalt’ juist toe te passen. De gemeenten worden momenteel niet volledig gecompenseerd voor de inzameling en verwerking van producten die onder UPV vallen. Wat wil zeggen dat de gemeenten – en daarmee de belastingbetaler – opdraaien voor de kosten.
- Zorg voor geharmoniseerde eco-modulatie. Eco-modulatie (verschil in afvalbeheersbijdrage op basis van bijvoorbeeld de gebruikte materialen of de mate van recyclebaarheid) heeft een belangrijke rol te spelen bij het sturen op verduurzaming van producten. We moeten zorgen voor een geharmoniseerde tariefstructuur volgens de principes van de afvalhiërarchie waarbij we preventie, herbruikbaarheid en recyclebaarheid prioriteren en ongewenste neveneffecten zoveel mogeljk vermijden.
- Pak ‘free riding’ aan (vooral bij e-commerce). Het is cruciaal dat EU-wetgevers zorgen voor een gelijk speelveld, ook voor geïmporteerde goederen die online worden verkocht. Online platforms moeten ervoor zorgen dat de handelaren die ze hosten voldoen aan de UPV-regels. Handhaving voor niet-EU-detailhandelaren die rechtstreeks aan EU-consumenten verkopen, moet worden verhoogd, met de mogelijkheid om hun producten te weren van de Europese markt als ze dat niet doen.
- Erken verplichte statiegeldsystemen (DRS) als onderdeel van het UPV-beleid: DRS heeft bewezen dat het effectief is in het verhogen van de inzamelingspercentages en het verminderen van zwerfafval. Wij zijn van mening dat DRS daarom een cruciaal instrument is voor goed functionerende UPV-regelingen.
- Combineer het potentieel van UPV met andere economische beleidsmaatregelen: UPV kan helpen om de milieukosten van producten te internaliseren en producenten te stimuleren om duurzamere producten en afvalbeheersystemen te ontwerpen. Maar, UPV alleen is niet genoeg voor de transitie naar een circulaire economie. Fiscale instrumenten, zoals lagere btw-tarieven op producten gemaakt van gerecyclede materialen en hogere tarieven op virgin grondstoffen, kunnen ook de vraag naar grondstoffen verminderen. Door reparatie, hergebruik en hoogwaardige recycling fiscaal aantrekkelijker te maken, kunnen we ook circulariteit bevorderen. De EU kan een sleutelrol spelen in het harmoniseren van fiscale instrumenten en het vaststellen van minimale belastingtarieven voor virgin grondstoffen. Dit zou helpen om een gelijk speelveld te creëren voor bedrijven en consumenten in heel Europa.